HELP !
In de eenzaamheid der venen
Van het Drentsche armoe-land,
Waar de winterkou kan nijpen
En de zomerhitte brandt,
Waar geen werk is en geen eten
En geen menschelijk bestaan,
Moeten heel veel bleeke stakkers
Hulpeloos tén onder gaan!
In hun krotjes weggedoken,
Menschenschuw en ondervoed,
Buiten het maatschapp'lijk leven,
Zonder Hoop en Levensmoedl
Zien ze voor hun doffe oogen,
Elken dag, die weer begon,
Niets dan armoe, veen en honger
En de wijde horizon! !
O, de kind'ren, die geboren
In die grauwe ellende-streek,
Aarzelend het leven zoeken,
Dag na dag en week na week,
Die gedekt door vunze lompen,
Ergens in de dorre hei,
Stervend leven, levend sterven
Ver van alle
maatschappij!
O, de ouders, die geslagen
En verworden en vergaan
En verbijsterd en verloren.
Voor het eindloos leven staan,
Die de dagen niet meer tellen,
Waar de dood niet wordt gevreesd
En die nauw'lijks kunnen bidden
Met hun uitgedoofden geest!
Daar wordt nameloos geleden,
Maand na maand en jaar na jaar,
Al die menschelijke wrakken
Hokken klaag'lijk bij elkaar!
Al die menschelijke wrakken
Aan den rand der honger-kolk
Zijn een deel in ziel en wezen
Van ons Nederlandsche volk!!
Wat geeft ons de prima gulden
En ons fier herleefde geld,
Zoolang al die maag're stakkers
Ginds niet veilig zijn gesteld !
Hier moet hulp en redding komen
Door ons volk en onzen pop,
Legt u jaarlijks dan vrijwillig
f 1 „veenbelasting" op!!!
Februari 1926. KROES.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten