maandag, oktober 09, 2017

Op de brug in Amsterdam zingt Ome Jan's viool



Op de brug in Amsterdam zingt Ome Jan's viool

(Van onze Amsterdamse correspondent).

DAAR ZIT HIJ DAN, DE STRAATMUZIKANT, verguisd door de hooghartigen en beklaagd door de goedhartigen, van wie er één in de dertig een stuivertje of luttele losse centen zo achteloos mogelijk in zijn armetierige vilten hoedje op het trottoir laat vallen: „Ome Jan", voor de Burgerlijke Stand Wijnoord, Janus, 63 jaar oud, geboren in een perceel aan- de Lauriergracht in de Jordaan. U moet hem wel eens hebben gezien, als U tenminste wel eens in onze beminde hoofdstad komt, want iedere Maandag, Donderdag en Zaterdagmorgen probeert hij Uw aandacht té trekken met zijn klagelijke vioolzang, gezeten op een klapstoeltje tegen de leuning van de brug pal voor het Centraal Station. De Amsterdamse straatmuzikanten rouleren. Op de overige dagen treft U er „Ome Jan" niet aan. Dan speelt hij bij het Leidsebosje, terwijl zijn „kalf van een hond", zoals hij het beest zelf beschrijft, „een echte Mattin Beige, meneer", zich laat koesteren door weekhartige dametjes, onbevangen kinderen of door de zon. Wist U, dat deze oude man met zijn weeldérige grijskrullende haardos, die aan alle kanten onder zijn scheepspet uit wappert, nu al bijna 25 jaar vrijwel niets anders meer heeft gezien, dan de Jordaan (waar hij woont), de brug bij het C. S. en het Leidsebosje (waar hij zijn brood verdient), maar dat hij vóór die tijd als marinier eerste klasse en als avontuurlijke zwerver de halve wereld zag? Neen, dat kon U ook niet weten.



Straatmuzikant vertelt van zijn leven

„Ah, daor sit Mengelleberrug weer, ké-jen-et nog, Strauss, goetso. Slabberdewaski", zijn zo van die termen, waar hij aan gewend is en die hem niet meer hinderen, maar hij behoudt zijn trots, want hij is een eerlijk werker voor zijn brood en wie durft te beweren, dat hij zijn ƒ 30 in de week makkelijker verdient, dan deze oude man van 63, die ook des winters met bijna afgevroren handen tussen bergen sneeuw of natte prut in een snijdende wind zijn ijle klankjes uit de oude viool naar het niets zendt? En als er dan iemand is. die geduffeld in een dikke winterjas voorzichtig door de natte sneeuw wadend met in slobkousen gestoken enkels tot zijn bebontjaste echtgenote zegt. „Ik geef niet aan bedelaars", dan springt hij op, dan is er plotseling niets meer over van zijn bewonderenswaardige optimistische en vrolijke levensfilosofie, dan is hij diep gekrenkt en zegt: „U affronteert me, meneer. Ik mag hier spelen wegens invaliditeit". Want heer probeert hij steeds te blijven.

Ongelukkige Jeugd

„Ik heb een ongelukkige Jeugd gehad," zo leidde hij zijn levensgeschiedenis in. „M'n moeder was een Madam op het Oude Kerksplein en ze dronk al evenveel als m'n vader. Ze hadden beter geen kinderen kunnen hebben. 's Avonds kon ik dikwijls niet in het alkoof klimmen, want dan lag m'n vader op het bed er voor zijn roes uit te slapen met zijn rug tegen de dichte deuren aan. Ik ben daar als kind zo van geschrokken, dat ik zelf nooit iets heb gedronken behalve koffie en thee."

Toen hij 12 jaar oud was kreeg hij werk bij een drukkerij, maar hij wilde het ouderlijk huis uit en meldde zich als 16-jarige knaap bij de marine. Negen jaren lang was hij marinier, waarvan vele jaren in West-Indië. Toen kreeg hij poliepen in zijn neus („Je hebt vannacht weer ZULKE balken doorgezaagd", zeiden zijn maats tegen hem) en de operatie deed hem de das om. Hij zwalkte door Canada, werkte daar .op een houtzagerij tussen het uitschot van de toenmalige Canadese maatschappij („er waren er bij, meneer, die zouden zo 20 jaar krijgen op hun gezicht alleen"), maar belandde tenslotte nog voor hij 30 was toch weer in Nederland.

Ik werd toen havenarbeider en kreeg kennis aan een vrouw, die in moeilijkheden zat. Haar man had een ongeluk gehad, was uit een pakhuis gevallen van Nieuw Engeland, ruggegraat gebroken, benen achterste voren en na 7 dagen op een waterbed de pijp uit. Zij was van goeie kom-af, had H.B.S. en alles doorlopen en twee kinderen. Met haar handen kon ze haar brood niet verdienen. Ik heb me dat lot aangetrokken. Dan sprak mijn hart en dan stond mijn verstand stil. Zo ben ik met haar getrouwd."Hij was bijna 40, toen hij begon te hoesten en enkele maanden later lag hij in het Sanatorium met t.b.c.

De schoorsteen bleef roken.

„Ik kon al fluit spelen, toen ik 6 jaar was en in dat sanatorium ben ik me gaan oefenen op de viool. Ik heb er altijd genie in gehad, maar nooit de gelegenheid toe." De dokter zei hem, dat hij slechts lichte werkzaamheden mocht verrichten. „Daar kan m'n schoorsteen niet van roken, dokter, lk heb een huisgezin." „Ga .dan vioolspelen." antwoordde de arts. Dat heeft hij gedaan. Dat was bijna een kwart eeuw geleden. Hij moest proefspelen voor een inspecteur van politie op het hoofdbureau en hij kreeg zijn vergunning. Economische hoog- of laagconjunctuur beïnvloeden zijn schrale ontvangsten weinig. Hij verdient zijn ƒ 30 per week en onderhoudt daarvan zijn tweede vrouw; de eerste is in de hongerwinter gestorven en het huis ziet er schoon uit. „Ik houd er van, dat alles netjes en proper is, want ik ben bij de Marine geweest," zegt hij.

Op de brug

Op de brug heb ik hem van de week gade geslagen. Er kwam een vrolijke student langs, die wat te diep in het glaasje had gekeken, een bosje bloemen over zijn schouder. Hij mikte bedachtzaam vijf dubbeltjes in de pet en lodderoogde de haastige reizigers, die uit het station kwamen, met overdreven afschuw na. „Heej, jullie!" riep hij hen na, „Jullie lopen hier nou maar allemaal langs, breed geschouderd, dikke tassen, kunnen jullie nou niet allemaal 1 cent in die pet gooien? Die man doet toch zijn best, hij zit hier niet om vliegen te vangen." En hij greep zich vast aan de brugleuning, deed drie passen in de richting van het station en wendde zich tot een agent, die al een oogje in het zeil hield. „Agent, hoe vindt U dat nou?" vervolgde hij amicaal. „Eindeloos, wat die man daar doet." „Dat kan ik toch niet helpen," zei de agent vlot. „Gooi er dan tenminste ook een cent in," hield de student vol en keerde terug naar Ome Jan. Daar ging hij voort met zijn gratis reclame tegen het publiek; „Wat zijn jullie voor mensen? Allemaal kletsen over sociale verbetering, maar niks doen, hoor. Jullie zien die hoed toch wel liggen?" Toen frommelde hij in zijn zakken, haalde er een verfomfaaide gulden uit en deponeerde die met overdreven voorzichtigheid in de pet. „Ik weet wat het is," besloot hij, „IK heb. nog een hart, besjour."

Een van de dertig voorbijgangers werpt een paar centen in een armetierig vilten hoedje



De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad 02-09-1950

zondag, oktober 08, 2017

EEN BLIK IN HET LEVEN VAN EEN STRAATMUZIKANT




EEN BLIK IN HET LEVEN VAN EEN STRAATMUZIKANT

Terwijl de morgenzon haar licht laat spelen over de stille gracht, trekt de violist erop uit.
Ook al bent U maar 'n dood-enkele keer in Amsterdam geweest, zult U hem allicht hebben opgemerkt, den straatviolist, dien we tot onderwerp van deze reportage hebben gekozen.

Hij is 'n eenigszins bejaard man, al blijkt dit uitsluitend aan z'n grijs haar, dat als 'n krullige krans -— die doet denken aan 'n achttiende eeuwsche pruik — om z'n gezicht staat. Hij heeft 'n jeugdige blik, want hij behoort tot de menschen, die de onbevangenheid en de zuiverheid van hun kinderjaren tot in den ouderdom bewaren.

Voor de voorbijgangers, die hem vluchtig opmerken, is hij niets anders dan 'n gewoon straatverschijnsel, 'n stumperige proleet van geringe waarde. In werkelijkheid echter is hij 'n fijnbezield wezen, 'n ongeschonden natuur-mensch, iemand die nooit 'n compromis heeft aanvaard met iets dat hij minderwaardig achtte. Hij heeft zijn eigen fierheid en zijn eigen opvattingen, en 't is uitsluitend zijn beroep, dat hem in de oogen van een onnadenkende massa beneden normaal peil doet dalen.

Toch is het 'n eerzaam en zelfs nuttig beroep, dat van straatmuzikant. Het vraagt niet alleen iets aan voorbijgangers, het geeft ook iets. Nu mag 't weinig schijnen, zoo'n wijsje, dat de meesten van ons niet opmerken, maar één toon, één melodie, die toevallig door ons wordt opgevangen als de wind gunstig is en ons oor er voor open staat, kan ons verlichten en zelfs betere menschen van .ons maken. Onderschat niet 't fleur-gevende van muziek in 't fantasie-looze komen en gaan van voetgangers over de trottoirs in onze steden...

Met dezen straatviolist zijn we dus enkele uren op stap geweest. We hebben hem gadegeslagen in zijn werk, we hebben de reacties van de voorbijgangers

waargenomen, we hebben den man zien voorttrekken langs de grachten, z'n soberen maaltijd zien gebruiken in het volks-café van 'n stille straat, en we hebben hem gevolgd in zijn nederige woning. Daar heeft hij zitten praten, en met verwonderlijke openhartigheid verteld over zijn levensloop.

Jan Wijnoord — zoo heet onze man — heeft 't in zijn kinderjaren niet bijster getroffen, want zijn ouders verwaarloosden hun kind geheel, en er was niemand die zich over hem ontfermde. Toch werpt Wijnoord geen steenen naar het graf van zijn ouders, want — zoo zegt hij — het waren de omstandigheden, die hen hadden gemaakt zooals zij waren.

Zoo beteekende 't voor hem 'n blijde uitkomst, dat hij als jongen van zestien jaar bij de mariniers kon komen. Hij werd tamboer en hoornblazer, en leerde verscheidene andere instrumenten bespelen, hoewel hij nooit eenig muziek-onderwijs had genoten.

Negen jaar lang diende hij bij de Marine, zonder dat er één woord op z'n strafregister kwam te staan, maar toen keerde de voorspoed zich eens en voorgoed van hem af. Hij kreeg 'n ziekte in z'n neus, kon dientengevolge niet meer blazen, en zag zich deswege terug gesteld in zijn zoo fel begeerde promotie. Toen woelde er 'n gevoel van verzet tegen hem op, verzet tegen onrecht. Hij zette den kop tegen de krib en... deserteerde. Na tal van omzwervingen, in Engeland en in Amerika, keerde hij terug in ons land, en meldde zich aan bij de autoriteiten, om de straf te aanvaarden, die hij zich door zijn onverstandige daad op den hals had gehaald.

Korten tijd daarna vond hij werk in het havenbedrijf

te Amsterdam, en gedurende een aantal jaren hielp hij daar bij 't laden en lossen van schepen. Ook hier echter vervolgde hem het ongeluk. Hij vatte een hevige koude, hoestte zich de longen stuk-en... de volgende phase van zijn leven speelde zich af in een sanatorium.

Daar vatte hij 't plan op om straatmuzikant te worden, en z'n zin voor muziek stelde hem in staat zichzelf in korten tijd vioolspelen te leeren. En zoo trok hij er op uit, om door middel van z'n vioolspel, den kost te verdienen voor zich en z'n vrouw. Dit beroep bleef hij trouw, al is hij voor allerlei tegenspoed niet gespaard gebleven. Zoo is hij tijdelijk blind geweest nadat hij zich met 'n vuile doek het gezicht had gewasschen, zoo heeft hij 'n breuk opgeloopen tengevolge van 't voortdurend staan, zoo is hij rheumatisch geworden door den invloed van het wisselende weer.

Maar alle harde slagen, die 't leven hem toediende, ten spijt, hield deze mensch zich innerlijk rechtop. Hij bewaarde zijn zelfvertrouwen, zijn veerkracht en zijn trots. Verscheidene ervaringen, die hij ons mededeelde, getuigen van zijn gerechtvaardigd zelfrespect.

„Zoo had je bijvoorbeeld dien kerel waar ik 't laatst mee aan den stok kreeg. Elke dag passeerde hij me, maar nooit wierp hij iets in den hoed die ik altijd voor me op het trottoir zet. Als hij langs kwam zette hij z'n neus in den wind, stopte 'n paar watjes in z'n ooren en trok dan 'n gezicht alsof ik hem vreeselijk hinderde. Op 'n gegeven dag gaf hij met z'n slappe wasch-beenen m'n hoed 'n schop, en den volgenden dag weer. Maar dat heb ik hem gauw afgeleerd, 's Anderendaags legde ik een stuk kachelrooster in den hoed, en toen die vent er weer tegen aan schopte, stootte hij zijn voet zóó tegen het ijzer, dat hij hinkend wegliep, en ik heb hem nooit meer gezien!"

Welgemoed, maar 't gezicht ernstig door de zorgen en de harde ervaringen des levens, zoo zien we hem voortstappen naar zijn eerste standplaats van vandaag.
Wijnoord heeft zelf groote schik in dit verhaal, maar dan vervolgt hij:
„Zoo had ik 't verleden winter nog op 't Koningsplein, 't Vroor dat 't kraakte, maar ik moest wel spelen om eten en kolen te kunnen koopen. Daar komt 'n dikke heer met 'n dame aan. De dame zegt tegen dien heer: kijk daar dien man 's zitten in de kou; toe geef 'm wat. Maar de heer antwoordt: ik geef aan geen bedelaar! Nou, toen sprong ik op. en zei: Wat U daar zegt, meneer, bewijst, dat U geen opvoeding hebt gehad! Die heer zegt: Ik vraag je niks! Maar toen zei ik weer: U beleedigt mij; 't vet druipt van uw bakkes, en dan is 't geen kunst om arme menschen te beleedigen...! Nou, toen had je de poppen aan 't dansen! De politie kwam er aan te pas, en we moesten alle drie mee naar 't bureau. De inspecteur waarschuwde me, dat ik niet meer op 't Koningsplein mocht spelen, en verzocht toen den dikken heer nog even te blijven. Die zal toen z'n deel wel te slikken hebben gekregen."

n Enkele voorbijganger wordt getroffen door 'n toon, tast in z'n portemonnaie en werpt een geldstukje in de hoed
Duizend wijsjes speelt hij elken dag, maar het publiek ziet hem nauwelijks....
De violist installeert zich op een gunstig plekje. De viool wordt uit de kist genomen en 't hoedje voor 't geld ligt al klaar.
We vroegen Wijnoord, of zijn beroep hem nogal wat opbracht.
„Vroeger ging 't nogal, meneer, en dan had ik geregeld weken van wel twaalf gulden, maar tegenwoordig mag ik al heel blij zijn, als 't tien gulden is. En dat is 'n heel klein beetje, als je er met z'n tweeën van moet leven. Maar ik hou 't vol, zoo lang ik kan."

De schamele buit van 'n heelen morgen wordt geteld. Zelden valt 't resultaat mee....

„Bevalt 't beroep U dan nogal?"

„Nou niet zoo bar, want 't valt niet mee, om dag-in, dag-uit in weer en wind op straat te staan spelen, vooral als je niet gezond bent en 'n dagje ouder wordt."

Bijschrift toevoegen


„En hoe is nu de indeeling van uw dag?"

,,'s Morgens begin ik om 'n uur of half tien, want eerder is er geen mensch, die me wat geeft. Ik speel door tot half een, en ga dan m'n brood opeten. Na 'n uurtje begin ik opnieuw, en sta dan op m'n post tot 's avonds acht uur — in den zomer — of tot de lichten aangaan — in den winter. Nou, en dan zoek ik m'n huisje weer op."

„En hoe zit 't met de vergunning, die U toch zeker wel van de gemeente moet hebben?"
„De gemeente geeft maar weinig vergunningen voor straatmuzikanten, en dan nog alleen aan menschen van onbesproken gedrag, die bovendien het een of ander gebrek
moeten hebben, zoodat ze niet voor gewoon werk geschikt zijn. Zoo'n vergunning kost een gulden veertig per jaar en is door 'n heele reeks bepalingen beperkt. Zoo is de heele binnenstad voor ons verboden, behalve de Kattenburg en de Jordaan, maar daar valt juist weinig voor ons te verdienen, omdat er de groote passage niet is. Op allerlei plaatsen mogen we niet spelen, bijvoorbeeld niet bij scholen, gerechtsgebouwen, het stadhuis, gasthuizen, kerkhoven, enzoovoort. Verder mag ik niet langer dan tien minuten op dezelfde plaats staan, en speciaal jonge politie-agenten letten daar nog al eens op. Ik mag niet aanbellen aan de woningen, ik moet ophouden met spelen als 't publiek erbij begint te dansen, en zoo zijn er nog 'n hoop dingen meer."

Onder 't middaguur begeeft hij zich naar 'n eenvoudig café, om z'n boterham te eten.


'n Groote kom koffie verkwikt heerlijk, en de boterham smaakt er des te beter door




,,En bij wat voor soort liedjes is nu 't publiek 't meest vrijgevig? Zeker voor sombere, droevige vijsjes?"


„Neen, mijn ervaring is, dat vroolijke deuntjes 't meest opbrengen, zooals „Joseph, Joseph" en „Met 'n beetje fantasie", de „Blauwe Donau" en zoo meer. Van die jankende liedjes om 't meelij op te wekken, moet ik 't niet hebben."

Zoo hebben we zitten babbelen met dezen mensch, wiens positie in de maatschappij uiterst nederig is, maar wiens eerlijke en moedige levenshouding aan velen van ons ten voorbeeld kan worden gesteld.

Hieronder: Slechts even is er tijd voor 'n tukje, want alle uren van den middag moeten gebruikt worden om nog wat te verdienen.



Eindelijk is 't weer avond geworden. De violist zit thuis aan tafel en bespreekt met zijn vrouw de wederwaardigheden van den dag.

(Uit Noorden in Woord & Beeld zomer 1939)

donderdag, augustus 24, 2017

Straaljagerbotsing Bij Stadskanaal 18 oktober 1960





Met een klap, die tot in Veendam door velen gehoord werd en die in de omgeving gedachten aan een explosie heeft gewekt, zijn gistermiddag om enige minuten vóór half vier in de omgeving van Stadskanaal twee Duitse straaljagers op grote hoogte met elkaar in botsing gekomen. Het ene toestel belandde brandend in een open veld te Nieuw Buinen, Het andere dat blijkbaar reeds op grote hoogte ten dele uit elkaar gespat is kwam met een daverende slag terecht op een losstaande landbouwschuur aan het boerendiep te Stadskanaal, ter hoogte van de met koren gevulde schuur en een groot stuk van het vliegtuigwrak dat zich hierin begraven had brandde geheel op. Een der piloten wist zich met een valscherm te redden, de piloot van het andere vliegtuig moet op slag gedood zijn. Zijn overblijfselen werden later her en der te Stadskanaal en te Musselkanaal teruggevonden in de vorm van lugubere vondsten. Ook flarden van het wrak hagelden over een uitgestrekte oppervlakte in de omgeving neer en werden door diverse vinders op het politiebureau gedeponeerd.







In deze schietstoel verliet luitenant Holzgrewe zijn felbrandende straaljager


woensdag, juli 05, 2017

n Markant stroatgeluud, blikkie Erdal maank de spoiken brocht ons de zummer



n Knoalster vertelstertje

n Markant stroatgeluud, blikkie Erdal maank de spoiken brocht ons de zummer

Nije fietse? Ho mor! Dat zat der in de joaren zesteg bie ons nog nait aan. Je kregen maisttieds n hoge fietse, dij opa aargenswoar opscharreld of touvaleg over har. t Was zotrekend n fietse op de grui. Mit van dij holten klözzen op de trappers, omdast der aans nait bie konst. t Ding har n recht stuur en wel dou n vlinderstuur har, dij was de bink van de buurt.

Vanzulf heurde der ook wat vlaggiederij aan de fietse. Ook dee al gaauw t Erdal-blikkie of n zaalfdeussie van Nivea mit n knieper derop zien entree. t Schoupoetsblikkie mit knieper wuir vastklemd mit rooie weckfles-rek of mit n bundeltje stevege PTT rekkertjes. Je bruukten doar, veur dij tied din ook hail vernuft, nog n sollegoaren-taauwchie aan t stuur, dij in verbinden mit t klepperblikkie veur de spoiken ston. Je konnen, deur der aan te trekken op dij menaar t klepperblikkie ook nog aan en uut zetten. Der waren ok gounent dij deden t op n simpelder menaaier mit n bierviltje of n speulkoarde, dij mit twij waskniepers vasmoakt wuir, mor dat roatelde ons nait haard genogt. wie vonden dat echt wat veur watjes. Mit n blikkie kost t veur nkaander kriegen dast twij stroaten wieder nog goud te heuren wast en doar was t ons ook ja om te doun. t Gong der din goud heer om zoveul meugelk lewaai te moaken en din mor rondbroezen as n motor mit t geluud van veul sjars op de kedde, zunder versnellens.

Ain van onze helden Giacomo Agostini


Wie haren toudestieds mit nkaander n club opricht en raceden dou regelmoateg as n Giacomo Agostini of n Aalt Toersen al roatelnd rondom de Philipsflatten. En wat dij spoiken aanbelangt, smederij Mans 'Foeffie' Kleine aan de Ceresstroade har der mor goud waark van.


Wandeling rondomrond Drouwenermond

Drouwenermond 1925

Drouwenerbrug (badde)

Draaichie

Transformatorhuisje

Knoalster Memorie.


Op een stroomhokkie (huisje)*, nog oorspronkelijk van de EGD, in Stadskanaal bij de Drouwenerbrug prijkt nu nog duidelijk herkenbaar graffiti uit de midden jaren zeventig van de vorige eeuw. "Dutch Comfort" was toentertijd een populair muzikaal socio-duo Josh Haijer en Piet Werkman*, die een optreden verzorgde op de zolder van het destijds roemruchte open jongeren-centrum Rajakimoes. Naast het plakken van aankondigings-posters werd er in de Kanaalstreek op markante plekken ook hun merknaam in wit en grijs op muren gekalkt. Hun aanstekelijke protest-liedjes , meezingers, gingen veelal over maatschappijkritische aangelegenheden. Ik herinner me nog een hilarisch lied met veel zelfspot over het lief en leed van een sociaal kultureel vormingswerker, die de beste bedoelingen met ons jongeren had. Oprechte smartvolle levensliederen over het wel en wee, geleest op de goede en verheffende gedachten van de Sociale Academie.


*Het betreffende monumentale stroomhokje (transformatorstation of zoals ze tegenwoordig zeggen "middenspanningsruimte" ) is zelf ouder dan het EGD. Het is destijds gebouwd door het PEB (Provinciaal Electriciteits Bedrijf)
mit daank aan Martin Cuperus veur dizze aanvullens en aan Henk Geerts (Old Kultureel jeugdwaarker van Rajakimoes) veur t benuimen van de noamen dij schoel gongen achter Dutch Comfort.

Drouwenermond vanaf 't draaichie gezien


Villa voorheen Jongerencentrum Rajakimoes

Spoorbrug

Drouwenermond

Het huis in het midden is nieuwbouw, vroeger stond hier mijn ouderlijk huis

De Groninger vlag naast het spoor markeert de grens van Groningen en Drenthe

dinsdag, mei 30, 2017

Een jonge grijsaard aan een hoek van een ronde tafel



EEN ONTZETTENDE GESCHIEDENIS

Het kampvuur leent zich goed voor spookverhalen en andere spannende vertellingen. Een veel voorkomend verhaal is over “Een jonge grijsaard aan een hoek van een ronde tafel”. Er zijn van dit vertelster nog steeds aardig wat varianten van in omloop. Een aantal elementen komen steeds terug, maar er zijn mooie fantasievolle toevoegingen rondom dit thema  te vinden.  Na enig speurwerk heb ik deze bloemlezing kunnen samenstellen.

's Avonds als het kampvuur brandt
Toen het sobere avondmaal genuttigd was, schoven de manschappen dichter bij het kampvuur; want de nachtelijke nevelen stegen omhoog en de lucht was doordringend koud. Vervolgens begonnen ze zich vrolijk te maken over de twee blaadjes tabak, die ze nog over hadden en nu en dan hoorde men een liedje aanheffen en al gauw werd er een verhaal vol tegenstrijdigheden verteld over een grijsaard die nog zeer jong van lijf en leden was.
“Op de hoek van een ronde tafel, zat een eerbiedige grijsaard van vijf-en-twintig jaar, te lezen in een dichtgeslagen boek. Hij schrok op, want hij zag een schot dat door een lege fietsband was veroorzaakt. Hij liep de trap af naar boven, naar de commissaris van de groentemarkt en vertelde het ongeval. Deze schrok er zo van, dat hij op zijn fiets sprong en wegliep.”

Brak zeven armen...
Een pasgeboren grijsaard zat aan een hoek van de ronde tafel te lezen in een dichtgeslagen boek en bij de uitgedoofde kaars. Plotseling hoorde hij een onhoorbaar geluid in de kelder. Hij vloog naar boven, keek op de fiets, sprong op het horloge en reed met een snelheid van 0,0 om de hoek van een rechte straat, waar hij op botste tegen een net gepasseerde elektrische paardentram, viel voorover in een plas met zand, brak 7 armen en 8 benen, werd naar een ziekenhuis vervoerd al waar hij 7 dagen na zijn dood overleed.

Tegenstrijdigheden
Een pasgeboren blinde grijsaard zat te middernacht, toen de zon hoog aan de hemel stond, op de hoek van een ronde tafel bij het licht van een uitgedoofde kaars, te lezen in een dichtgeslagen boek, dat achter hem lag. Plots zag hij een knal, hij rende de trap op naar beneden, keek op zijn fiets hoe laat het was en reed met een gang van 100 hectoliter tegen een stilstaande elektrische paardentram die juist voorbij reed. Hij viel achterover op zijn buik in een plas zand. En werd zwaar gewond opgenomen In een R.K. Diaconessenhuis, waar een schedelbasisfractuur in zijn linker oorlel werd geconstateerd.

Bij een uitgedoofde kaars
Een pasgeboren oude grijsaard zat op een hoek van een ronde tafel te lezen in een dichtgeslagen boek bij een uitgedoofde kaars. Hij keek op z’n fiets, hoe laat het was en sprong op zijn horloge en reed met een gang van tachtig kilogram tegen een elektrische tram, die juist benzine nam. Hij brak twee benen, stak ze in z’n vestzak en liep naar het ziekenhuis, alwaar hij stierf, twee dagen na zijn dood.

In de maand Julius...
‘t Was nacht, stikdonkere nacht. De maan scheen helder. Op de hoek van een ronde tafel zat een oude grijsaard van omstreeks 16 jaar te lezen in een dichtgeslagen boek. Plotseling werd hij opgeschrikt door het knallen van een lege fietsband, die om een kruiwagenwiel was gespannen. Hij keek op z’n fiets en sprong op z’n horloge waarbij hij op de hoek bijna een jongedame omver reed die door het koude weer was thuisgebleven. Dat was in de maand Julius toen de kalveren op het ijs dansten.

Aan de hoek….
Aan de hoek van een ronde tafel zat een stokoude jongeling te lezen in een dichtgeslagen onbeschreven boek, dat achter hem lag bij het licht van een uitgedoofde kaars. Opeens zag hij een knal, hij vloog de trap op naar beneden, sprong op z’n horloge keek op z’n fiets hoe laat het was en botste tegen een stilstaande paardentram, die net benzine stond in te laden.

Achterover op z'n buik...

Het was pikdonkere nacht, de zon stond hoog aan de hemel. Een pasgeboren grijsaard van al twaalf jaren zat op de hoek van een ronde tafel in het licht van een uitgeblazen schemerlamp te lezen in een boek dat achter hem was dicht geslagen. Hij hoorde, een flits, zag een knal van een lekke fietsketting, rende de trap op naar beneden, keek op zijn fiets hoe laat het was en sprong op zijn horloge en liep weg. Hij reed met een snelheid van tachtig pakjes tabak tegen een elektrische paardentram, die juist cokes stond in te laden. Hij viel achterover van zijn horloge op zijn buik in een plas zand. Zwaar gewond werd hij een protestants rooms-katholiek postkantoor binnen gedragen, waar een pas gestorven kruidenier hem onderzocht en constateerde dat hij een schedelbasisfractuur in zijn rechter knie had gekregen. Drie dagen voor zijn dood werd hij in alle stilte vijf meter boven de grond begraven. Hij maakt het op het ogenblik goed, want hij is getrouwd en hij is de tante van drie zoons en twee dochters.

Een mooi stukje onzin !

Op een mooie Novembermorgen in de maand Mei zat een oude grijsaard van veertien jaar op een hoek van een ronde tafel in een boek te lezen, dat dicht geslagen voor hem lag op den grond. Hij zat onder een elektrische petroleumlamp, waarin de kaars was uitgegaan. Toen zag hij een knal, holde de trap op om naar beneden te komen, keek op zijn fiets, hoe laat het was, sprong op zijn horloge en reed 50 H.L per uur. Toen botste hij tegen de elektrische stoomtram op, die juist benzine aan het innemen was.

Tien dagen na zijn dood
Een pasgeboren oude grijsaard zat bij een hoek van een ronde tafel te lezen in een dichtgeslagen boek bij het heldere licht van een uitgedoofde kaars. Hij zag op zijn fiets hoe laat het was en reed op zijn horloge drie hectoliter snel de trap af naar boven. Hierbij geraakte hij onder een elektrlsche paardentram, die juist het gas stond op te meten. Hij kreeg hiervan een hersenschudding aan zijn linker oorlelletje, werd in het rooms katholiek postkantoor opgenomen en aldaar drie weken opgenomen zijnde, stierf hij tien dagen na zijn dood.

Hij hoorde rook...
Een pas geboren oude grijze man zat op de hoek van een ronde tafel te lezen In een dichtgeslagen boek. Plotseling hoorde hij rook en zag een knal. Hij rende de trappen op naar beneden, sprong op z’n horloge, keek op z’n fiets hoe laat het was, botste tegen een stilstaande paardentram die juist benzine stond te tanken, brak z’n beide benen nam ze onder de arm. liep naar het ziekenhuis, waar hij acht dagen na zijn dood overleed.

Jongeling van tachtig
Een jongeling van tachtig jaar zat te lezen in een dichtgeslagen boek aan de hoek van een ronde tafel. Hij was stokdoof. doch hij hoorde plotseling een vreselijke gil. Hij rende de trap op naar beneden, sprong op zijn horloge en keek op zijn fiets hoe laat het was. Met een vaart van tachtig kwam hij onder een stilstaande paardentram terecht. Niet ernstig, doch zwaar gewond werd hij opgenomen in het ziekenhuis. Drie dagen na zijn dood stierf hij.

Hij zag de knal....
Een pasgeboren grijsaard zat op een hoek van een ronde tafel te lezen in een boek dat dicht geslagen achter hem lag bij het licht van een half uitgedoofde kaars. Hij zag de knal van een lege fietsband. Hij rende de trap op naar beneden, keek op zijn fiets en stapte op zijn horloge. Hij reed met een vaartje van tachtig pakjes tabak tegen een stilstaande elektrische paardentram, die juist keurig stond te tanken. Hij liep aan de ene kant het bos in en kwam er aan de andere kant weer uit. Daar zag hij iemand in de schaduw van de zon die geen armen had en een vuist tegen hem maakte. Hij viel achterover met zijn buik in een plas zand. Zwaar gewond werd hij een postkantoor binnengedragen, waar de pas gestorven kruidenier hem onderzocht en constateerde een linkerbeenbreuk in zijn rechter oorlelletje.. Gisteren zal de begrafenis in alle stilte deelnemen.

Afgebroken stopnaalden….

Aan de hoek van een ronde tafel zat een jonge man van 80 jaar te lezen in een boek, dat dichtgeslagen haast hem lag. Zijn grootmoeder lag in de wieg en speelde op twee afgebroken stopnaalden piano. Hij keek op zijn fiets, sprong op zijn horloge en reed met duizelingwekkende vaart tegen een elektrische paardentram, die net benzine in nam. Hij kreeg een schedelbreuk in z’n hoedje en toen hij de volgende morgen weer genezen was werd hij plechtig begraven.

Achterover op zijn neus..
„Het was pik donkere nacht, de zon stond hoog aan de hemel. Een oude grijsaard van pas 12 jaren zat aan de hoek van een ronde tafel in een dichtgeslagen boek te lezen. Plotseling viel hij achterover op zijn neus, sprong op zn horloge, zag op zijn fiets hoe laat het was, rende weg viel voorover op zijn rug, werd in een protestants rooms-katholiek postkantoor opgenomen, waar bleek dat hij een schedelbreuk in de rechter knie had bekomen".

Trap op naar beneden ...
'n Pasgeboren oude grijsaard - zat op de hoek van 'n ronde tafel - te lezen in een dichtgeslagen boek dat achter hem lag, bij het licht van 'n uitgedoofde kaars. Plotseling zag hij 'n knal en rende de trap op naar beneden. Hij keek op z’n fiets, sprong op zn horloge en reed met 'n vaart van 30 hl tegen 'n elektrische paardentram die benzine stond op te stapelen. De geneesheer, die niet aanwezig was, constateerde een schedelbreuk in z’n linker dij. Hij werd overgebracht naar het RK Postkantoor en aldaar genezen begraven.

Scherp water…

Het was op een gure novembernacht midden in de maand mei. De zon scheen aan de heldere hemel en de regen kletterde bij de ruiten op. Daar zat een arme oude blinde grijsaard bij het licht van een uitgedoofde petroleumlamp te lezen in een dichtgeslagen boek on de hoek van een ronde tafel. Plotseling werd hij opgeschrikt bij het zien van een hevige knal. Hij vliegt bij de trap neer naar boven totdat hij in de bakkerswinkel terecht komt. Daar zegt hij tegen de commissaris van politie der brandweer, dat hij een hevige knal heeft gezien, vermoedelijk afkomstig van het springen van een lege fietsband. De commissaris, een man die geen vrees kende, nam de fiets, sprong erop en liep hard weg. De arme blinde grijsaard is zodanig geschrokken, dat hij achterover met zijn gezicht in een plas zand viel en met zijn ellebogen in het scherpe water.

Dramafilm geschilderd op een groot doek…

Op de hoek van een ronde tafel zat een jonge blinde grijsaard bij het licht van een uitgedoofde kaars een dichtgeslagen boek te lezen dat achter hem lag. Plots zag hij het donderende geraas van een vallende speld en hoorde een lichtflits. Hij rende de trap op naar beneden, kuste de deur en deed zijn vrouw open. Hij sprong op zijn horloge en keek op zijn fiets hoe laat het was. Hij reed met een vaartje van 0,0 liter tegen een stilstaande, elektrische paardentram aan die juist benzine stond te tanken. Hij duikelde voorover en belandde ruggelings in een plas met zand. Hij brak zijn twee benen, nam ze onder zijn arm en rende stapvoets naar het ziekenhuis waar de dienstdoende politie commissaris van de winkel ertegenover onder de microscoop ontdekte dat hij een gecompliceerde armbreuk had achter zijn linkeroorlelletje. Men legde hem in zittende houding in een ligbed. Zeven dagen na zijn dood overleed hij door een lachstuip van het huilen tijdens een serieuze dramafilm geschilderd op een groot doek. Hij heeft nooit gedacht aan zelfmoord, want dat was wel het laatste wat hij zou doen.

De zon stond hel aan de hemel
Aan een hoek van een ronde tafel, zat te middernacht, toen de zon hel aan de hemel stond, een pas geboden blinde grijsaard, te lezen in een dicht geslagen boek dat achter hem lag. Plotseling zag hij een vreselijke knal. Hij rende de trap op naar beneden, keek door de muur op zijn fiets hoe laat of het was, sprong op zijn horloge, en reed met een vaart van 80hl tegen een elektrische paardetram aan, die juist bezig was stoom in te nemen, en brak zijn beide benen. Hij nam zijn benen onder zijn armen en wandelde naar het pakhuis waar de melkboer een schedelbreuk constateerde in zijn linker oorlelletje.

Geschept door een hark..

Het was een klaarlichte nacht. Op de hoek van een ronde tafel zat een blinde grijsaard van zeven jaar oud, bij het licht van een uitgedoofde kaars te lezen in een dichtgeslagen boek. Plotseling hoorde hij een geruisloos harde knal. Hij trok snel zijn schoenen aan, en rende op zijn sokken de trap op naar beneden. Daar keek hij op zijn fiets hoe laat het was, sprong op zijn horloge en liep weg. Onderweg werd hij geschept door een hark. Hij viel voorover op zijn rug met zijn armen wijdbeens in een plas met zand en brak beide benen. Hij nam ze onder zijn arm en holde naar het ziekenhuis. In het ziekenhuis constateerde men een linker beenbreuk achter zijn rechter oorlelletje. Uiteindelijk overleed hij drie dagen na zijn dood, en hij leefde nog lang en gelukkig

Op de hoek van een rotonde:…

Op een vierkante hoek van een ronde tafel zat een blinde man te lezen in een dichtgeslagen boek bij het licht van een uitgedoofde kaars. Plotseling hoorde hij het gestommel van een vollopende band. Hij keek op zijn fiets hoe laat het was, sprong op zijn horloge en reed weg. Op de hoek van een rotonde, reed hij tegen een elektrische paardentram die net bezig was met tanken. Hij viel van zijn fiets, achterover op zijn buik in een plas zand, zodat de scherven hem rond de oren vlogen. De dokter constateerde een drie dubbele navelbreuk achter zijn linker oorlel. Hij overleed drie dagen later aan zijn dood

Als besluit nog een ander tegenstrijdige stukje

Hoor es, zei dove Doris,

daar loopt een muis over de zolder.

Ik zie hem, zei blinde Hannes.

Ik pak hem zei lamme Nelis.

En ik steek hem in mijn zak.

zei nakende Krelis.

.



.




zondag, mei 28, 2017

Aal goud hier, onze kadde is dood, wie hopen van joe t zulfde!



Aal goud hier, onze kadde is dood, wie hopen van joe t zulfde!
Spannende verhoaltjes veur bie de babbekjoe of kampvuur.



‘t Was nacht, ‘t was nacht....stikdonkere nacht.

De kraaien scheten vraagtekens op de ruiten.

En heel in de verte zaten drie dooie rovers te kaartspelen bij het licht van een oude harmonica.

Ineens een onhoorbare knal.

Ik rende de trap op naar beneden, sprong op m’n horloge en keek op m’n fiets hoe laat het was, en reed nog net op tijd voorbij een electrische tram die benzine stond te tanken.



Op dit thema binnen nogal wat varioatsies bekìnd. t Is n onderdail van de Roverhoofdman en is iesdern staarke kampvuur-proat.

Het was nacht, het was nacht, het was stikdonkere nacht.

Zeven rovers zaten in de schaduw van een grasspriet.

De roverhoofdman zei: "Zeg Piet, vertel eens wat."

En Piet begon: "Het was nacht, het was nacht, het was stikdonkere nacht.

Zeven rovers zaten in de schaduw van een grasspriet.

De roverhoofdman zei: "Zeg Piet, vertel eens wat."

En Piet begon: "Het was nacht, het was nacht, het was stikdonkere nacht..." dit is min of meer n verhoal zunder Inde en kin toerloos rond t kampvuur rondverteld worden.

n Aandere variant:

Gisteren zag ik aan de hoek van een ronde tafel,

een grijsaard van twaalf jaar,

zitten lezen in een dichtgeslagen boek,

bij het licht van een uitgedoofde lamp.

Plotseling werd er een onhoorbare knal vernomen,

de deur werd opengesmeten en zat potdicht.

De grijsaard rolde de trappen af naar boven.

Er kwam een agent aan fietsen,

hij stapte af en reed door. Hallo,



Het was nacht een stikdonkere nacht...

de uilen krasten in de bomen, de vossen vlogen in de holen..

6 struikrovers zaten in de schaduw van een grasprietje....

een pasgeboren, oude, blinde grijsaard lag te lezen in een dichtgeslagen boek dat achter hem lag.

Plots hoorde hij een onhoorbare knal...

hij sprong op zijn horloge en keek op zijn fiets hoe laat het was...

hij reed met een duizelingwekkende vaart tegen een elektrische paardentram die zojuist aan het benzinepompen was...

hij brak beide benen nam ze onder de arm...

en liep naar het dichtsbijzijnde postkantoor...

waar hij overleed 3 dagen na zijn dood.


As tougift nog dizze klassieker

Daar gingen eens drie oude wijfjes over een zwik zwak bruggetje.



De een heette vrouw Biba, de tweede Biba de Binka



En de derde Sina Snikna Knikker de Knikna.



Toen nam vrouw Biba een steen,



En smeet dien naar vrouw Biba de Binka haar been,





Zoodat vrouw Sina Snikna Knikker de Knikna daarom green.

zaterdag, april 22, 2017

Een weekendje stappen in Groningen zomer 1978

Stap-herinneringen aan een lang weekend in Groningen in de zomer van 1978.

UItbater Koos Huizenga en zijn Engelse Bulldog Evert aan de bar van
Café de Blauwe Engel 


Van City Bar, De Twee Paaltjes, La Baborack, De Drie Gezusters, 't Winkeltje, De Lieve Lotte, De Vlaamse Reus, Club 8, Huize De Beurs, Bruintje Beer, De Koffer, De Bolderij, Bommen Berend, Amstel Bar, Angelique Bar, Café Amicitia, De Wolthoorn & Co, de Plu's, Café Bakker, Bé Bar, 't Olle Veerhoes, Kafenion Akropolos, Oosterpoortbar, Oranjeboom Bar. Renzo Bar. De Roemer, Bar De Stookhut, Bellevue, De Bauwe Engel, De Burcht, Martini Bar, Old Inn, Old Dutch, De Jachtwagen, Bierhal, De Oude Wacht, Bavaria Bar, Blue Moon, De Bullebak, De Brink, Casa Clanca, Centraal Bar, Charles Bar, Disney Bar, De Henja Bar, Het Land van Belofte, De Coaster, The Corner. Disney Bar, Dixie, Het Vraagteken, De Nadorst. Doornkaat, Dijkman, De Evenaar, Fischer, Frascatie, De Handelspost, 't Hoekje, Ten Hoove, Koos Kerstholt, De Karseboom, Kleine, Koenes, Mascotte Bar, Muurling, Café Neutraal, Lucky Star, Noorderparkzicht, De Oude Stadsschuur, Poco, Pellaerts, Populair, De Clown, Ritz Bar, Royal, Scholma, Schouwburg Bar, Herestraat Centre, In de Jacobijn, De Slingerij, De Smidse. Snippe, Springers. Trefpunt, Trocadero Bar, Viaduct Bar, De Waaier, Het Wapen van Groningen, Waterloo, West- End, White Horse Bar, Wiener Bar, Wiener, Wilner, De Witte Raaf, Woldendorp, Woltman, Zanzibar, Aatee, Los Amigos, De Moushörn, De Paddepoel, Quichotte, Sankt Pauli, De Schuur, St. Tropez, De Bierpul. Melissen, Hunsingo, d'Oude A-Poort, Bleker, De Commodore, De Faun, Flamingo Bar. Bij Koos Kerstholt. Maison Cassée, De Oude Koppelpaarden. Pots, R2OOO. Radeholm. Raven, Stadspark. Frigge, Hongkong, Baccara, Walk-in, The Duke. The Red Lion, De Tapperij, De Dolle Mina. Hooghoudt Proeflokaal, Hypo Droom, E! Pedro Bar, Wiener Café,Jolly Joker, Blow up, Deja Vu, Club Prive, de Cascade., De Pijp, Moulin Rouge, Cafe Ebbingebrug, Cafe Beukema, Cafe Raven, Why Not. Uncle Charly, Pakhuis, de Kar, Talk of the town, Café Paul Oldenburger, Café t Palet, literair café AABC, naar De Negende Cirkel. en nog een stelletje kroegen, waarvan mij de naam zo een-twee-drie niet te binnen wil schieten.



Koos Huizenga: Het café is verworden tot een verpleeginrichting, waar de behandeling steeds in een kritieke fase moet worden onderbroken door de roep ‘HOOGSTE TIJD!’ Ik zou zo heel graag echt de verpleging in willen, want wat ze daar doen met alcohol is nog nuttig ook. Maar hier zou op elke fles drank moeten staan: “Gevaarlijk bij inwendig gebruik”. Toch is die somberheid  van mij voor een deel ook pose. Geen kastelein zonder sjagrijn. En de klant krijgt ze nu eenmaal niet graag monter getapt.

vrijdag, januari 20, 2017

Martinus Smoked Porter Cake



Martinus Smoked Porter Cake

Ingrediënten:

1 flesje Martinus Smoked Porter , 250 gram boter, 250 gram bruine suiker, 1 kilo gemengde droge zuidvruchten (tutti frutti), 500 gram patentbloem, 1 theelepel bakpoeder, 1 opgehoopte eetlepel mengsel van specerijen op basis van kaneel , kruidnagel, foelie, gember, komijn en kardemom (rommelkruiden) en dun geraspte schil van 1 citroen.

Springvorm 25 cm diameter.

Werkwijze:

Laat in een pan boter smelten en roer er achtereenvolgens de suiker en de porter door elkaar. Doe nu de droogvruchten er doorheen en breng de massa aan de kook en laat de massa op een laag pitje ongeveer 10 minuten verder koken. Zet het hierna aan de kant om af te koelen.

Bestrijk de bakvorm met boter

Hierna doe je er gezeefde bloem, bakpoeder, specerijen en geraspte citroenschil bij. Nu kluts je de drie eieren en roer het door de vruchtenmassa. Dit alles kneed je dan tot een stevig deeg.

Druk dit deeg in de ronde springvorm met een diameter van 25 centimeter en schuif het nadien in een voorverhitte oven van 160 graden. Bak het geheel af in ongeveer een uur en drie kwartier. Lat het hierna in de springvorm afkoelen. Hierna kun je deze volle cake naar eigen inzicht opsnijden en serveren.

Martinus Smoked Porter Cake


Tip: voor degene die geduld heeft! Men kan deze cake ook heel erg goed voordat het aangesneden wordt in zijn geheel eerst in vetpapier of cellofaan verpakken en een aantal dagen laten rijpen. Let wel, dat dit de smaak zeer ten goede komt.