Een interview met een negentig-jarige. (1939)
Vandaag viert de heer Oosterbaan, inwonend bij zijn
schoonzoon den heer Haak te Stadskanaal, zijn 90sten verjaardag In weerwil van
dezen hoogen leeftijd is de heer Oosterbaan nog zeer kras, regelmatig kan men
hem op zijn dagelijksche wandelingen, die zich niet beperken tot de
onmiddellijke omgeving van huis en hof, aantreffen.
de nog krasse negentigjarige heer Jacobus Oosterbaan
geb.14 feb.1849 Harlingen -gest.18 juni 1943 Stadskanaal
geb.14 feb.1849 Harlingen -gest.18 juni 1943 Stadskanaal
Naar aanleiding van dit
feit zijn wij met den heer Oosterbaan eens een praatje gaan maken, waarbij
bleek dat hij over een uitstekend geheugen beschikt en zich zelfs kleinigheden
van een menschenleven terug weet te herinneren. De heer Oosterbaan maakte een
belangrijk gedeelte van de ontwikkelingsgang van de veenkoloniën mede en weet
daarvan op onderhoudende wijze te vertellen.
Op onze veronderstelling, dat er
in al die jaren wel het een en ander veranderd is, geeft hij nog een
uitgebreide uiteenzetting. ,Nou, en of! Toen ik nog een kleine jongen was, was
aan den weg naar Pekela het hoogveen nog aan den weg; waar nu de koppelsluis
is, was toen een dam; de weg zelf was toen nog maar een zandweg.
Vanaf
Wildervank over Musselkananaal naar Ter-Apel kon je toen nog aan den kant van
den weg op het hoogveen zitten uitrusten. Langs het kanaal was het een drukke
beweging. Er waren verscheidene scheepshellingen. Op Stadskanaal minstens zes
stuks. Ook de andere handwerkers hadden druk werk.
Mijn vader was kleermaker,
als jongen van 10 jaar moest ik al meehelpen. Dat duurde twee jaar. Toen was ik
zoo ver, dat ik mijn eigen broek kon maken; daarna veranderde ik van affaire en
werd schoenmakersleerling. Ik kwam toen bij een B. Schaap in de leer. Van deze
familie Schaap heb ik vijf geslachten gekend. Gemakkelijk hadden we het niet,
we werkten van 's morgens 5 uur tot 's avonds 7 uur, des winters van 's morgens
zes tot 's avonds acht. En er moest hard gewerkt worden in die dagen, want er
was heel wat te doen. Als volwassen schoenmakersknecht verdiende je toen
ongeveer fl 100. plus kost en inwoning.
Veendammer Courant 11-11-1868
Vereenigingen en zoo waren er toen nog
niet, later was er alleen een zangvereeniging, waarvan mijn vrouw en ik beide
lid waren. De directeur, meneer Kolkman, heeft ons wel geleerd wat zingen is.
Werkloosheid kende men toen nog niet, alles was bedrijvigheid. Ongeveer 65 % van de bevolking hier bestond uit handwerkslieden. Groote winkels zooals nu bestonden er nog niet. Wel werkte men toen bij Daggers in Veendam bijvoorbeeld al met 13 man. De machine had toen zijn intrede reeds gedaan voor het maken van het bovenwerk.
Nieuwe Veendammer Courant 6-11-1895
Werkloosheid kende men toen nog niet, alles was bedrijvigheid. Ongeveer 65 % van de bevolking hier bestond uit handwerkslieden. Groote winkels zooals nu bestonden er nog niet. Wel werkte men toen bij Daggers in Veendam bijvoorbeeld al met 13 man. De machine had toen zijn intrede reeds gedaan voor het maken van het bovenwerk.
Advertentie 16-03-1912
Ik heb Stadskanaal zien groeien uit het „ruwe veen" de
vruchtbare landerijen zien ontstaan". Onderhoudend vertelt de oude heer
dan verder, van de evolutie der veenkoloniën, van de „Lipskers",
veenarbeiders uit Duitschland met hun eigenaardige begrafenis-ceremonie, van de
Hannekemaaiers, eveneens Duitsche maaiers uit O.Friesland, die deze streken
destijds op gezette tijden bezochten teneinde hier te lande te werken.
Op de
vraag, welke van de nieuwe uitvindingen hij nu wel het mooist vindt, kan de
heer Oosterbaan geen antwoord geven. ,,'t Is alles zoo mooi en zoo gemakkelijk
geworden. 't Is eigenlijk net alsof de wereld kleiner geworden is, vooral door
de radio: je hoort maar zoo de menschen praten die vanuit Indië tot je
spreken. Daar kan ik met mijn verstand niet bij!
En dan het verkeer. Vroeger,
toen mijn broer soldaat moest worden, moest hij loopende van Stadskanaal naar Grave
bij Nijmegen. Dan waren ze 8 of 9 dagen onderweg en werden ze gedurende deze
reis bij burgers ingekwartierd. Nu kan men in één dag heen en terug reizen naar
Amsterdam en nog op visite gaan ook, zooals ik zelf vijf weken geleden nog
gedaan heb. En als je nog vlugger wilt, dan ga je met de vliegmachine, veertig
minuten van Groningen naar Amsterdam !"
Nieuwe Veendammer Courant 1-7-1911
„Zoudt u nog wel eens lust hebben
om zoo'n vliegtocht te maken?" „Nee, dat is mij te hoog in de lucht, ik
heb altijd hoogtevrees gehad, ik blijf maar liever op den grond, of in den
trein. De eerste keer dat ik een trein zag, was nu 73 jaar geleden. We liepen
toen „even" van Veendam naar Winschoten om dat nieuwe wonder te zien! De
spoorlijn van Harlingen naar Nieuwe-Schans was toen juist klaar en toen heb ik
met andere Stadskanaalsters een reis gemaakt van Zuidbroek naar Harlingen.
Nieuwe Veendammer Courant 11-11-1868
Zoo
weet de heer Oosterbaan honderden dingen en gebeurtenissen op te halen van
driekwart eeuw en zelfs langer geleden. Met een bewonderenswaardige helderheid
van geheugen vertelt hij van toestanden en gebeurtenissen van toen. Zelfs stelt
hij nog levendig belang in de dingen van onzen tegenwoordigen tijd, terwijl hij
dagelijksch zijn wandelingen maakt. „Ik heb mijn beenen altijd goed
gebruikt", zegt hij, „als het weer het toelaat ga ik elken dag een uurtje
loopen, daar kun je lekker op slapen."
1 opmerking:
Meer over Daggers is hier te vinden:
https://groninganus.wordpress.com/2009/02/09/rijgbottines-damesschoentjes-en-heeren-artikelen/
Een reactie posten