dinsdag, april 26, 2016

Verslag over een brand ten huize van schoenmaker en barbier G. Schaap 1873

Stadskanaal , 25 April. 

De schoenmaker en barbier G. Schaap bij de voorste draaibrug alhier, was met zijne vrouw om zaken en familiebezoek van huis en wel naar Pekela en Winschoten. Ze hadden hun zoon van 17, hunne dochter van 16 en een jongentje van 9 jaar te huis gelaten. 

Gistermorgen om ongeveer 3 uur werd de oudste zoon wakker. Hij ontdekte eene brand- en stiklucht, en ging van bed af om het te onderzoeken. Hij wilde vooreerst de buitendeur openen, maar scheen door den schrik zoo ontsteld te zijn, dat hij niet wist wat hij deed. Hij liep naar bed en greep zijn broertje er af, met welke op den arm hij van voren naar achteren liep. Eindelijk kwam hij te struikelen en liet zijn last vallen zonder er weder om te denken. Het meisje, dat inmiddels was opgestaan, wilde de deur openen. Zij schoof er den bovensten grendel af en viel, toen ze de onderste er af wilde doen, bewusteloos neder. 

Een zoon van den molenaar D., die toevallig van Wildervank daar voorbij kwam, ontdekte de brand. Hij wekte de buren, waarvan eenigen eene brandspuit haalden.

Ill: Nieuwe Veendammer Courant 1872

Een er van luisterde aan de deur en geen het minste gerucht vernemende, dacht men dat er niemand in huis was. Eenige oogenblikken later meende men gekreun te hooren. Men ramde de deur in en vond daar het meisje, terwijl de oudste zoon in de kamer bij het schot lag, beiden bewusteloos en erg gebrand. De jongste knaap werd bij eene der vensters gevonden en was bijna ongedeerd gebleven. 

Het meisje is tot haar bewustzijn teruggekeerd, de jongste zoon is schrikachtig en d' oudste schijnt nog eenigzints buiten kennis te zijn. 't Is te hopen, dat allen spoedig herstellen mogen, daar de slag voor de ouders anders hard zoude zijn. Het verbrande was verzekerd, maar volgens algemeen gevoelen veel te laag.

Ill: Nieuwe Veendammer Courant 1873

Artikel uit: Provinciale Drentsche en Asser courant 28-04-1873

Geen opmerkingen: